Antwoord

De wijze man met de grijze haren heeft gesproken. Volgens Hennie Rossel zijn het, na kijken en ook proeven, Keulemannen. Eerlijk is eerlijk, ik had ze er niet uitgehaald. Sterker nog, ik had enkele dagen tevoren foto's gemaakt van een hele kist Rode Keuleman-appels.

Rode Keuleman in kist

En die "Schapenkoppen", zoals ik ze altijd noem, die herken ik meestal wel. Lastig is dat je er twee varianten in hebt: een stevig rode variant, zoals op de foto hierboven, en een groene variant met rode streepjes aan de zonzijde. Deze variant is waarschijnlijk de oudste.

De hier volgens de wijze man aangetroffen Keulemannen hebben maar weing de trekken van de "Schapenkop". Een enkele van de gevonden appels slechts heeft wel de langwerpige schapenkop-vorm. Waardoor dat komt? Ouderdom? Een boom die oud is en tussen ander groen staat, tja, daarvan zijn de vruchten sowierso niet zo fleurig en grof als die in de hierboven gefotografeerde kist.

De Keuleman kom je nog regelmatig tegen. Zijn goede houdbaarheid op zolders zal daaraan bijgedragen hebben.

Om volgend jaar de Keuleman nog beter te herkennen, ook bij oude, kwijnende bomen, nog maar es de tekst uit "De Heidemij" over de Keuleman!

Herkomst onbekend.
Vrucht: Klein tot middel groot, vrij gelijkmatig van vorm, hooger dan breed.
Kleur: Groen, bij rijpheid geelgroen met aan zonzijde roodgestreept. Roest rond steel, verder roest geaderd. Roode variëteit geheel donkerrood gekleurd met fijne roeststippen en roestvlekken.
Kelk: Klein, gesloten in ondiepe onregelmatig geribde kelkholte.
Steel: Kort tot matig kort, dun, vrij diep ingeplant.
Vruchtvleesch: Groenachtig wit, vast, tamelijk droog, grof, zuur zonder bepaald aroma.
Klokhuis: Normaal, goed met zaden bezet.
Gebruikstijd: Januari - Mei.