Fotoreportage uit minstens halve eeuw oude laagstamboomgaarden

Inleiding

Hieronder volgt een fotoreportage uit een drietal oude laagstamboomgaarden. Ze stammen uit de jaren rond de oorlog. Eén (restant van een) boomgaard is minstens 75 jaar oud. Kenners van de rassen noemen dan ook namen als Zigeunerin, Lombard's Calville, Brederode, ofwel namen uit het Heidemij-standaardboek uit 1942.

De boomgaarden (of beter: de restanten ervan) zijn opgenomen in een parkbos, dat dateert uit de jaren 60/70.

Ofschoon we het hier op deze website doorgaans vooral over hoogstammen hebben, zijn we niet vies van een uitstapje naar deze laagstamboomgaarden. Zelfs laagstamboomgaarden worden al historisch, in deze tijd waarin de beroepsteler met spillen en steeds zwakker groeiende onderstammen wel erg dicht bij de grond blijft.

Leeftijd en verval

Bomen hebben niet het eeuwige leven. En als het onderhoud niet optimaal is, wordt dat leven korter. Op de eerste foto's ziet u hoe bij een Eethense Wijnappelboom de takken te lang mochten worden. Boven in de top wordt niet stevig gesnoeid. Dat is fataal bij Eethense Wijnappels, die er blijkens hun rasbeschrijving al bekend om stonden dat ze hol hout maken. Daardoor scheuren de bomen makkelijk bij windvlagen of als ze zwaarbeladen en nat zijn.

Hieronder ziet u dat de boom van onder makkelijk gespleten raakt. Bij de ene boom groeien elfenbanken rondom de scheur in de benedenstam. De andere boom vertoont forse beschadiging; Je kunt dwars door de hoofdstam heenkijken.

Elfenbanken bij een scheur in de hoofdstam

Je kunt dwars door de gespleten hoofdstam heenkijken

Je ziet hoe de scheur in de stam veroorzaakt wordt: de hoge gesteltakken, met bovenin vrij veel vruchthout, trekt de stam gewoon doormidden. Eén windvlaag als er 5 kilo appels aan de takken hangen en veel regendruppels op de bladeren zitten, en het is over

Dit is het eidresultaat: een gespleten, uit elkaar gespleten boomstronk, met houtsnippers als restproduct.

Nog een gespleten onderstam. Deze schade had welicht deels voorkomen kunnen worden door de bomen korter, steviger te snoeien. Van een laagstam maak je nooit een echte hoogstam

Het lijkt erop dat geprobeerd is van een aantal laagstammen hoogstammen te maken. Dit of door de stam steeds naar boven te laten groeien en onder de zijtakken te verwijderen, danwel door een kruin op de gesteltakkwen te laten ontstaan.

Hier is goed te zien dat de draagtakken van onder naar boven in de loop der jaren afgezaagd zijn, de kruin is hoger komen te liggen dan toen de boom jong was. Bij een hoogstam groeien er in principe geen takken uit de stam onder de 1,80 á 2 meter! In feite zie je hier een tot hoogstam omgebouwde laagstam, die kennelijk veel groeikracht heeft.

Kruin waar ga je met de stam heen? Deze kruin is veel te groot in verhouding tot de stam. Het lijkt op een hoogstam, maar de boom is het niet. Eén keer goed dragen en een rukwind, en de situatie als op de volgende foto zal het het resultaat zijn.

Het resultaat van te zwaar geworden, te ver uitgegroeide takken.

De verhouding kruin-stam is ook hier zoek. De overdaad aan kruin schaadt straks ongetwijfeld.

Sneeuwklokjes van de oude fruitman

Deze sneeuwklokjes zijn meer dan een halve tot driekwart eeuw geleden meegebracht door de fruitboer die hier met zijn Goudrenettes, Ossenkoppen en dergelijke de kost verdiende.

Die meneer had gevoel voor schoonheid, al moest hij ongetwijfeld hard werken. Ik kan me indenken dat zijn snoeiwerk in de winter een stuk aangenamer was als hij kon genieten van de eerste bloemetjes van het jaar.

Entplekken

De oude fruitboeren, ook in laagstamboomgaarden, wisten van wanten qua enten. Een oude fruitboer vertelde mij dat er hier ooit Manks Codlins stonden. Manks Codlins zien er appetijtelijk uit, maar zijn zo zuur als azijn niet eens kan worden; ze zijn - met veel suiker- alleen geschikt voor de moes.

Hoe dan ook, het geënt zorgt nu, een halve eeuw later, voor mooie plaatjes.

Sproeten, knoesten, spruiten

Je kunt er meer woorden voor verzinnen: snoei-en zaagwonden war zich weer boombast omheen gevormd heeft. En dan heb ik het nog niet ens over de officiële woorden voor deze vervormingen.

Wonderlijk, zo in de natuur wonden zichzelf genezen. En wondermooi, de vormen van deze "spruiten" aan de boom. Kinderen (en anderen die hun fantasie de vrije loop laten) kunnen vast mooie verhaaltjes verzinnen over boze ogen, puistige wratten en......als ze deze foto's bekijken.

Aftakeling geeft nieuwe kansen

Appel-en perenbomen van meer dan een halve eeuw oud hebben onvermijdelijk last van verouderingsverschijnselen. Zaag- en stormwonden die niet meer dichtgroeien, een schimmel die toeslaat, mossen die de stam bedekken, het hoort erbij!

En juist als bomen ouder worden, krijgt hun schoonheid door die veroudering nieuwe dimensies.

Kijk maar mee.

Een bij de hoofdstam gespleten boom laat zien hoe mooi de interne houtstructuur is.

Een zwarte zwam, het lijkt wel een extra neus.

Een afgezaagde boom geeft nieuw hout en de oude stam heeft de functie van natuurlijke bloempot.

Zwammetjes, kortsmossen vinden een voedselleverancier.

Aftakeling geeft nieuwe kansen op overleven voor insectenjagende vogels.

Nog wat sfeerplaatjes

Ook een laagstamboomgaard op leeftijd biedt, als je er oog voor hebt, genoeg moois. En je hoeft er niet constant voor omhoog te kijken....

Genoeg nu over de kleine dingen die je kunt zien. Een wandeling in oude fruitboomgaarden in een parkbos heeft zijn charme, ook als je met minder oog voor detail rondloopt.

Daarom tot slot, zonder verder commentaar, nog wat sfeerplaatjes.

Foto's: Bas van Andel