Is Kilse Suikerpeer een internationaal ras
uit ver vervlogen tijden?
 


Inleiding

Als je aan de pomologische weg timmert en je artikelen ook nog es voorlegt bij gerenommeerde pomologen, vraag je bewust om bekijks. In het vak van de pomologie bestaan geen 100%-zekerheden, zeker niet als het om oude rassen gaat, en nog minder als het om (vermeende) streekrassen gaat.

Daarom had ik in het eerste artikel ook geschreven:

“Dit artikel gaat ervan uit dat de Kilse Suikerpeer inderdaad een regionaal rasje is geweest. Dit in het besef dat bij nader pomologisch of DNA-onderzoek zou kunnen blijken dat de Kilse Suikerpeer onder een andere naam al beschreven is”.

Onze onvolprezen Jan Veel, opperredacteur van de Pomospost en gerenommeerd pomoloog, ging naar aanleiding van het eerste artikel over de Kilse Suikerpeer zijn even onvolprezen bibliotheek in. En kwam met een suggestie die ik zo dadelijk zal vermelden.

Maar eerst nog het volgende. In een eerste concept van het artikel had ik over Kille geschreven:

“En gelet op de ligging van Kille aan de oude legerbaan van Napoleon van Parijs naar Amsterdam, moet men ook niet verbaasd staan als ooit zou blijken dat hier een oud Frans rasje opgedoken is dat onder een streeknaam verder geleefd heeft”.

Omdat ik mensen die vinden dat ik breedsprakig kan zijn graag een plezier doe, had ik deze zin uiteindelijk geschrapt. Misschien ten onrechte, naar nu naar voren komt.

Terzake: is Kilse Suikerpeer de Langstelige Suikerey?

De Langstelige Suikerey wordt voor het eerst beschreven door Knoop in zijn fameuze boek uit 1758.
Andere benamingen bij Knoop zijn:
  • Langstelige Suiker-Peer
  • Blanquet à longue queue
  • Sucrin blanc
  • Blanke Suikerey of Suiker-Peer.

Hieronder volgt wat Knoop zegt:

Ik heb eigenlijk geen goede argumenten waarom de suggestie van Jan Veel niet zou kloppen. De kleur is, zeker op afstand, wat mat-groen, wat het wordt in echt rijpe toestand moeten we nog beleven. Aan de zonzijde zit her en der wat bleek-rode blos. De puntig toelopende vrucht bij de lange steel spoort ook. Buikig en kort is een vrij subjectief begrip; maar in Knoop staan nogal wat wel afgebeelde peren die minder buik en meer lengte hebben dan onze Kilse Suikerpeer. Maar de Kilsen verschillen onderling in hoe zeer zij buikig danwel minder buikig zijn. Qua verdere eigenschappen verwijst Knoop naar de Grauwe Suikerey. Deze is (alleen) anders omdat ie vlekken en stippen heeft. Alsdan is deze hier afgebeelde peer naar mijn mening toch iets te bol en te plat van onderen om de Kilse Suikerpeer te zijn.

De Langstelige Suikerey zelve is dan wel niet met een plaatje in Knoop te zien, hij is wel te zien in een oud Frans pomologisch boekwerk van Henri-Louis Duhamel Du Monceau, dat Jan Veel mij aanreikte.

De titel van het boek uit rond 1750 met daarin de Een zeldzaamheid in bezit van de Oak Spring Garden Foundation. Blanquet à longue queue kan men vetalen met: Langstelige Suikerpeer

Deze afbeelding lijkt inderdaad meer, liever gezegd: sterk op onze Kilse Suikerpeer.

“Onze” Kilse Suikerpeer

En ook “Onze” Kilse Suikerpeer

Slot

Het laatste woord is nog niet gezegd over of de Kilse Suikerpeer de Langstelige Suikerey van Knoop is, ofwel de Blanquet à longue queue. Als het die oude Franse peer zou zijn, komen we nu een peer tegen die in Frankrijk in 1690 werd aanbevolen voor de dis van de koning van Frankrijk! In ieder geval hebben we iets klassieks aan de haak geslagen!

Gelet op de ligging van Kille langs de cultuurhistorische Napoleontische route tussen Frankrijk en Amsterdam (vlak bij Keizersveer) zou het zeker niet onmogelijk zijn dat een oud Frans ras voortleeft onder een streeknaam. Er zitten zoveel trekken van de Langstelige Suikerey alias de Blanquet à la longue queue in, dat een nauw erfelijk verband realistisch te achten is. Maar de vraag of de Kilse Suikerpeer identiek is aan de Langstelige Suikerey of de Blanquet, alleen DNA-onderzoek zou het uitsluitsel kunnen geven. Nader pomologisch onderzoek zou vergelijkings- (=referentiemateriaal) vergen, en althans in Nederland is mij (en Jan Veel) dat niet bekend. En om nou voor rassendeterminatie ver de grens over te gaan…..

Wellicht zou DNA-vergelijkingsonderzoek uitkomst kunnen bieden. Voorwaarde voor DNA-onderzoek zou zijn dat er nog genetisch materiaal van de door Knoop en onze (en wellicht zijn) Franse vriend rond 1750 bedoelde Suikerperen is. Of die voorwaarde (eenduidig) in het buitenland vervuld kan worden, is de vraag. Vermoedelijk is DNA-onderzoek mogelijk, want onze Italiaanse vrienden in Piemonte hebben een kennelijk recente foto van een Langstelige Suikerpeer.

Bron: Een biodiversiteitssite van de Italiaanse regio Piemonte

Toegift:

Nog een prent van de Langstelige Suikerpeer:

Blanquet à longue Queue
Engraved by Bouquet after Poiteau.

Bron : Henri Louis Duhamel du Monceau: Traité des arbres fruitiers



Aan de inhoud van deze pagina kunnen geen rechten worden ontleend
©2001- POMologische Vereniging Noord-Holland