Verbraming  


Ja, het bestaat, want het staat in de krant. Het woord "verbraming". Vroeger had je verzuring, verdroging, vermesting en nog wat meer aan Winsemius-kreten. De daarmee aangeduide milieu problemen zijn er nog steeds.

En de nu steeds meer zichtbaar wordende gevolgen van die milieuproblemen in de natuur, die hebben ook weer "ver-"benamingen. Verbrandneteling. Een woord dat vandaag ook al in de krant stond. Er regent te veel aan stikstofoxiden uit in de natuur, afkomstig uit jullie en mijn auto-uitlaat. En brandnetels gedijen daar op. Vandaar het woord "verbrandneteling".

En ook bramen doen het fantastisch in het aangetaste natuurgebied. De grondwaterstand is vaak te laag; bramen kunnen daar wél tegen. De grond is verzuurd door zwavel uit de electriciteitscentrales en verrijkt door de stikstof uit de stikstofoxiden uit de uitlaten en de ammoniak uit de mest van de boeren.

Verbraming. Als pomoloog constateer je dat mensen en vogels lekker te eten hebben van de bramen en dat ongedierte en vogels zich fijn verstoppen onder de stekelige doornentakken. Maar de fijne kruiden waar andere, vaak zeldzame dieren van leven en bijzondere bloemen, die leggen het loodje, ook omdat de bramen de bodem overwoekeren.

Verbraming. Elk nadeel zijn voordeel, maar verbraming kost te veel. Natuur is zo mooi omdat er zo veel diversiteit aanwezig is. Biodiversiteit, soortenrijkdom, is belangrijker dan veel bramen. Zelfs als pomoloog kun je dat bevestigen. Het zijn de bramen die t goed doen, andere besachtigen en kleine brempjes, die verdwijnen sluipenderwijs.

Nee, een braam is mooi, maar veelvormigheid en diversiteit is mooier. Ook voor pomologen.

Verder lezen: Brabants Dagblad 280208

"Verbraming........."



Aan de inhoud van deze pagina kunnen geen rechten worden ontleend
©2001- POMologische Vereniging Noord-Holland