Warwickshire Drooper
Synoniemen: in Engeland soms Dundale en Magnum
Herkomst: in het Engelse graafschap Warwickshire ontstaan als vrije bestuiver.
Vrucht: eivormig, middelgroot, stevig vruchtvlees, licht klevend, bedekt met een grijze dauwlaag, geel met rode vlekken.
Boom: opvallende vorm door de sterk hangende takken en de grote bladeren. Daar komt wellicht het bedrip “Drooper”, druiper, vandaan.
Teelt: zelfbestuivend; neiging tot beurtjaren, dunnen dus wenselijk. Vroege bloeiend en laat rijpend.
Bijzonderheden: een echt liefhebbersras doordat de vruchten ongelijk rijpen, wat enkele weken doorplukken wenselijk maakt. Bij een natte en koele herfst komen de vruchten moeilijk op kleur en smaak. In Nederland is het een zeldzaam ras geworden, maar in Engeland niet.
Kwaliteit: een pruim voor de liefhebber.
4 maart 2012