Victoria


Synoniemen: Queen Victoria; Viccen en andere locale namen.


Herkomst: Engeland, rond 1840, toevalszaailing.

Vrucht: groot, langwerpig, wit/rode huid.
De smaak kan goed zijn maar ook bij gomvorming en onvoldoende omvang zeer
matig.

Boom: matige groei met afhangend hout.

Teelt: Zelffertiel met sterke neiging tot beurtjaren. Zware dunning is jaar op jaar nodig.
geraken.
Zeer vatbaar voor loodglans en gomvorming in de vruchten.
De pruimenmot legt graag haar eieren in dit ras met wormpjes in het vruchtvlees als gevolg.

Bizonderheden: Vaak vertonen de bomen van dit ras een matige groei, waardoor ook bij
hoogstamteelt het om kleine bomen gaat met lange afhangende takken.

Kwaliteit: Voor de handel is Victoria aantrekkelijk vanwege de goede bewaarheid in halfrijpe
toestand. Bij onvoldoende dunning kunnen de bomen gemakkelijk uitscheuren.
De ziektegevoeligheid van de bomen is ook een minpunt.
Voor de particuliere teelt is aanplant van Victoria af te raden.

4 maart 2012