Myrabolaan.
Synoniemen: kerspruim, wilde pruim, Turkenpruim, Marblaantjes.
Herkomst: onbekend; zeer oud, zelfs al bekend voor onze jaartelling..
Vrucht: zeer klein – 15 tot 20 gram -, diverse kleuren, van geel tot zwart, vrijwel rond; matige
smaak; hecht aan de steen.
Boom: klein, vaak struikachtig.
Teelt: op eigen wortel met zeer vroege bloei
Bizonderheden: groeit meestal in het wild in een haag of bosschages. Dit ras wordt nogal eens
verward met de Sleedoorn. De Myrabolaan is veel gebruikt als onderstam vanwege haar goede
gezondheid en matige groei.
De bloei is opvallend vroeg en daardoor zeer populair bij bijen.
Kwaliteit: zeer matig.
4 maart 2012