Post voor de compost-sterren  


Sterren en compost

Compost-sterren?? Ja, want die sterren dat zijn jullie: alle kinderen die afgelopen 31 augustus tijdens de Open Dag een emmertje vol lekkers voor de tuin hebben meegenomen uit de boomgaard. En wat is dan compost? Compost ziet eruit als aarde. Met die compost- aarde is iets bijzonders aan de hand. In compost zitten heel veel voedingsstoffen voor de natuur.

Natuur

Natuur is alles wat groeit en niet in de fabriek gemaakt wordt. Denk bijvoorbeeld aan bomen, bloemen en gras. Ook alle dieren, grote en kleine, horen bij de natuur. En wat het nog spannender maakt: wij ook! Planten, bomen en groenten halen hun eten uit de natuur. Dieren ook. Alles in de natuur ‘eet’ uit de lucht en uit de bodem. Wij ook: we ademen ( lucht happen ) en eten van bijna alles wat we in de natuur vinden. Dat klinkt misschien een beetje moeilijk, maar eigenlijk is het heel eenvoudig. In de natuur hoort alles bij elkaar. Niet alles in de natuur is hetzelfde, maar planten en bomen lijken wel een beetje op elkaar. Mensen en dieren ook. En omdat we bij elkaar horen, kunnen we elkaar ook opeten. Oei, nou wordt het een beetje griezelig…

Dat opeten gaat natuurlijk niet zomaar. We hebben er met elkaar afspraken over gemaakt. Mensen eten niet de bomen op en een koe eet niet in haar eentje het hele weiland leeg! Dat zou een gekke boel worden! Iedereen in de natuur eet alleen wat hij nodig heeft om te kunnen leven en groeien. Wat heeft dat nou allemaal met compost te maken denk je misschien? Ik zal het je uitleggen.

Compost

In de boomgaard heb je in je emmertje stukjes ‘natuur ‘verzameld. Marjolijn heeft nog wat mest (poep van koeien) en water meegebracht. Ze heeft jullie uitgelegd dat je thuis verder kon gaan met compost maken. In een kistje in de tuin mag je alles verzamelen wat uit de natuur komt en wat je zelf niet op wilt eten. Geen dingen die gebakken of gekookt zijn of uit de fabriek komen. Wel verlepte blaadjes sla, een rimpelige appel en afgevallen blaadjes: groenafval. In het begin zie je alles nog gewoon liggen. Zonder dat je het kunt zien, wordt er al meteen heel hard gewerkt in je kistje. In het begin groeien er schimmels tussen het afval. Een soort kleine paddenstoelen die eruit kunnen zien als draadjes. Als je de rug van je hand vlak boven het afval houdt, voel je misschien wel dat het daar warm is. Dat komt door al die schimmels. Omdat ze zich zo druk maken, wordt het lekker warm tussen het afval. Soms zo warm, dat er een beetje stoom uit het afval komt.

Als het lekker warm geworden is, komen allerlei kleine diertjes uit de grond een kijkje nemen. Daarom mag er geen dichte bodem in je kistje zitten. Dan zouden de bodemdiertjes helemaal om moeten lopen! Pissebedden, duizendpoten, mieren, spinnen en torretjes eten zich helemaal rond aan de paddenstoelen en het groenafval. Ook grotere diertjes, zoals wormen en slakken , snoepen lekker mee. Wormen zijn dol op compost. Ze eten zich helemaal vol en maken gangetjes in het afval. In hun kleine lijfjes verandert het groenafval nog een keer. Het wordt veel kleiner. Dat heet ‘verteren’. Alles wat de bodemdiertjes zelf niet kunnen gebruiken, poepen ze uit in hele kleine zwarte korreltjes. Dat is compost! Aarde met heel veel voedingsstoffen. Een soort mest waar bomen en planten dol op zijn.

Voedsel voor bomen en planten

Bomen en planten eten met hun blaadjes uit de lucht en met hun kleine, witte wortels uit de grond. In compost zit heel veel eten. Omdat de compostaarde lekker zacht is kunnen de kleine wortels er ook goed in groeien.

Met alles wat je zelf niet wilde of kon eten heb je compost gemaakt. Het groenafval is, met de hulp van schimmels en diertjes uit de natuur, eten geworden voor de planten en de bomen. Je hebt dus aan te natuur terug gegeven wat je zelf niet kon gebruiken. Bomen en planten worden gezond van compost en zorgen ook weer voor eten voor ons. Weet je nog van het begin waar ik je vertelde dat alles in de natuur bij elkaar hoort? En dat ik jou een ‘compost-ster noemde? Met je compost heb je de natuur geholpen en doe je mee in de kringloop!

Help, mijn kistje is vol!

Als je net weer wat groenafval in je kistje hebt gedaan, kan het al best een aardige hoop lijken. Na een paar dagen lijkt het dan opeens weer minder. Het afval ‘slinkt’. Dat gaat vanzelf. Als je het slinken een beetje wilt helpen, kun je met een stok voorzichtig in de hoop prikken. Dan maak je luchtgaten en die helpen bij het compost maken van het groenafval. Probeer niet de hoop kleiner te maken door erop te gaan staan of heel hard te drukken. Het is juist goed als alles een beetje los op elkaar ligt. De diertjes die in je hoop wonen moeten immers ook kunnen ademen!

Als je bang bent dat je kistje te vol wordt, mag je misschien een kistje ernaast zetten. Dan begin je gewoon met een nieuwe hoop.

Als de compost klaar is, schep je hem voorzichtig uit je kistje. Bewaar die mooie aarde op een plekje in de tuin tot je de compost kunt gebruiken. In de winter rusten de bomen en planten en hebben ze niet veel eten nodig. De bomen en planten hebben het liefste compost in het voorjaar. Als het buiten weer lekker warm begint te worden, kun je de compost rondom de bomen of planten leggen. Zo help je ze met groeien.
Veel plezier met het maken van je eigen compost.



Aan de inhoud van deze pagina kunnen geen rechten worden ontleend
©2001- POMologische Vereniging Noord-Holland