Gulderlingen
tijd voor een gezamenlijke aanpak
 


Hoofdstuk 1: Aanleiding, inleiding, werkwijze, opzet

Aanleiding, inleiding

Een appelboom met een stamomtrek van 2 meter en wel 7 centimeter. Een eeuwenoude boom, met een hoogte van naar schatting 10 meter. De stam biedt al jaren onderdak aan een spreeuw die daar telkens een kroost grootbrengt .

De eeuwenoude Gulderling. Foto: Bas van Andel

De boom heeft al veel overleefd. Granaatinslagen in de Tweede Wereldoorlog vlak bij zijn stam. Blikseminslagen in de kop van een naast hem staande hoge knolperenboom, die officieel waarschijnlijk Herfstbergamotte heet. EU- rooipremies. Ruilverkavelingen. Waterpeilverlagingen. Begerige haardhoutstokers. Wat knap. Of wat een geluk. Nu is hij voorzover ik weet de dikste en wellicht oudste appelboom van het dorp. Waarschijnlijk zelfs van de omgeving.

Pas was een officiële boomchirurg op bezoek. Met zijn houten hamer gaf hij een paar onderzoekende klappen op de stam. Hij zei dat de boom nog vitaal was. Hij bevestigde daarmee het vermoeden dat het met de boom wel in orde is. Jaarlijks geeft hij nog appels. Niemand durft die te gaan plukken. Ze vallen vanzelf. Gele appels, wat ribbig, met her en der een rood stipje.

De oude boer bewaarde de appels vroeger op de koude zolder van zijn boerderij. Tot in het voorjaar bleven ze goed. De pitten gingen in de loop van de winter rammelen.

De appels werden Gulzelingen genoemd door de oude boer. Inmiddels begrijp ik dat Gulzeling een verbasterde naamgeving is voor Gulderling.

Een boom met zo’n geschiedenis intrigeert. Wat is zijn familie? Heeft hij genetische ouders, neven, broers en zussen?

De speurtocht naar de wortels en takken van de Gulderling verloopt niet op rolletjes. De oude heer Knoop, de man van het eerste standaardboek voor de pomologen, beschrijft diverse Gulderlingen. Mijn oude Gulderling zit er volgens mij bij. Ook al zal ik tot de herfst moeten wachten op uitsluitsel van echte determineerders of ik nou een Dubbele, een Gele, of nog een andere Gulderling heb om te koesteren.

De speurtocht naar zijn familie is moeilijker. Sterker, de speurtocht roept meer vragen op dan dat hij antwoorden geeft.

Daarom neem ik op deze plek een initiatief. Ik ga de documentatie die ik heb over de Gulderling op deze webstek bij elkaar brengen. En mensen uitnodigen daar het hunne aan toe te voegen.

Maar het belang is veel breder dan dat ik mijn private belangstelling botvier. Een snelle kennisname van de inhoud van de juist al genoemde grondlegger van de Nederlandse pomologie leert dat er in voorbije eeuwen vele soorten Gulderlingen waren. Die ook nog eens allemaal lokale namen of echte synoniemen hadden. Kennisname van oude Duitse pomologische standaardwerken leert dat er over de grens Westlandse en Hollandse Gulderlingen bekend waren. Naast legio Franse, Duitse, Belgische, zelfs Hongaarse soorten. Als dat allemaal al Gulderlingen waren….

Op dit moment lijkt de Gulderling praktisch van de Nederlandse aardbodem verdwenen. Al zoekend kom je heel sporadisch nog een vermelding van de Gulderling tegen. Zelfs duikt er af en toe één op. Het fruitmuseum in Doesburg meldde enige tijd geleden dat de Spaanse Gulderling “herontdekt” was. De Gulderling is bij geen enkele boomkweker te koop. Nederlandse pomologische werken na Knoop spreken niet of amper meer over de Gulderling.

Kortom, de gedachte komt op dat als we nu niets doen de volgende generatie maar moet hopen dat er meer Gulderlingen zijn, die dan niet het slachtoffer worden van bliksem, stadsuitbreiding, schorsknagende paarden of dood door ouderdom.

Dat risico moeten we maar niet nemen. Als het risicovolle voorval te vaak optreedt, is in Nederland de Gulderling een appelboom uit de geschiedenis. Een boom waarvan we weten dat ooit het Westland er vol mee stond. En waarvan de Westlandse of Hollandse variant in het buitenland bekend was. Maar echt gedocumenteerd is er na Knoop amper iets over in Nederland.

Een stuk cultuurhistorie dreigt een stille dood te sterven. We moeten de schade inhalen en beperken. Inhalen door nu alle documentatie die er is bijeen te harken. Dat kunnen we doen op deze webstek. De schade kunnen we beperken door de boom in zijn varianten, voorzover nog niet verdwenen, weer te gaan kweken. Ik zelf zal een stuk akkerland bij een zorgboerderij gaan beplanten met Gulderlingen. In de wetenschap dat die in Nederland niet te koop zijn, zal ik op zaailing-onderstam allerlei soorten Gulderlingen gaan enten. En mensen vragen voor mij uit het buitenland boompjes mee te brengen. Als iemand al zo goed zou willen zijn.

Op deze webstek zal alle beschikbare documentatie over de Gulderling samengevoegd worden. Pagina’s van oude standaardwerken zullen hier tot digitaal naslagwerkje gesmeed worden. Wie kan en wil aanvullen, melde zich. Wie zich niet meldt, maar wel informatie kan hebben, zal door mij persoonljjk aangesproken worden. Meldt u zich dus met informatie voor u aangesproken wordt……………

Dit geldt voor iedereen. Lid of geen lid van de POMologische Vereniging Noord-Holland. Alleen met vereende kracht krijgen we de informatie én het ent- of plantmateriaal bij elkaar.

Werkwijze

Ik maak een voorzet. Ik zet alle beschikbare documentatie uit diverse boeken op het Internet ( nee, die auteursrechten gaan geen 100 jaar mee).

Dan wordt én (via de webstek) iedereen gevraagd aanvullingen te maken. Ik fungeer als eindredacteur. Ook wordt gericht gevraagd om aanvulling. Bij de Noordelijken, in Kapelle, in Doesburg, bij Randwijk…..In hun blaadje en bij hun deskundigen. ……………………………………………………………………………………………

Alvast een paar plaatjes

Als voorzetje alvast de eerste prentjes van Gulderlingen . Uit Knoop. In de herfst komt daar een plaatje van een Gulderling anno 2006 naast. Mijn Gulderling, wel te verstaan.

Verdere voorlopige opzet

Hoofdstuk 2 gaat vooral over de Gulderlingen en Knoop.

Hoofdstuk 3 gaat over Duitse beschrijvingen van Gulderlingen. Waarbij het de vraag is of zij hetzelfde onder “Gulderling”verstaan als wij…

Hoofdstuk 4 gaat overige buitenlandse Gulderlingen. Maar dan is het wellicht al kerst………..



Aan de inhoud van deze pagina kunnen geen rechten worden ontleend
©2001- POMologische Vereniging Noord-Holland