![]() | ![]() | ||
Ofwel gierende autobanden vanwege een historisch ras uit Knoop
InleidingAls pomoloog in zomertijd maak je nog wel eens een autoritje. Zoals een akkerbouwer onderweg naar de stand van het aardappelgewas kijkt en een koeienboer onderweg automatisch koeien bekijkt, zo bekijkt een pomoloog fruitbomen langs de weg. Zeker als het oude hoogstammen zijn.Het laat zich voorstellen dat mijn medepassagier bijna door de autoruit vloog toen op 20 juli 2007 mijn oog viel op een dikke fruitboom met grote rijpe en rijpende peren eraan. Kanarie(groen)geel van kleur waren ze. Mijn autobanden gierden. De eerste peren lagen al op de grond. Van de vriendelijke oude boer en zijn dochter mocht ik wat peren plukken en meenemen Hieronder volgt een beschrijving in woord en beeld van de peer en zijn tenaamstelling. Of beter: van de speurtocht naar zijn benaming.
Foto’s van de boom/de peer![]() De dikke oude perenboom, let op zijn stam, met grote rijpende en rijpe peren. 20 juli 2007
Nabijer blik op de peren
Echt ongelijk rijp….
Blad van de perenboom
Nog een close up
Assortiment peren van de boom
Aan de zonzijde: een heel lichte blos
Doorsnede van de peren
Smaak en eigenschappen van de perenZe zijn boterzacht, zoet, weinig uitgesproken aroma, matig sappig, bij de ene die ik uitprobeerde geen stenigheid in het goede vruchtvlees. Wel ietsje korrelig vruchtvlees. Als je per sé een smaak wilt typeren, kom je uit op een mix van Kruideniersperen en Noord-Hollandse Suikerperen, minus het nog in de verte merkbare aroma van de Kruideniersperen. De vraag natuurlijk was: hoe heten deze vroege, grote peren?
Op determineertochtAls je een nieuw ontdekte peer niet kent, duik je vlot al dan niet digitaal in de historische fruitrasbeschrijvingen. Met zo’n gave peer begin je in het Heidemij-boekwerk uit 1942. Bij voorkeur zoek je op rijptijd. Als dat geen resultaat oplevert, ga je verder in de tijd terug, tot je in 1758 bij het oudste Hollandse fruitrassenboek van Knoop uitkomt. Met toenemend ongeloof bekeek ik zelfs de afbeeldingen uit Knoop. Helaas, zo’n mooie peer staat nergens. Dan is er altijd één oplossing: ga te rade bij oude rotten in het vak, zoals Henny Rossel, Henk Houtman of Jan Veel met zijn fantastische documentatie. Dit maal nodigde ik met “zie ik iets over het hoofd” Jan Veel uit zijn wijsheid in te zetten.
Is het de Cuisse Madame? Recherche in de oude vaderlandse boeken.
A) Knoop: Pomologia 1758Al gauw kwam Jan met een antwoord “ Ik denk dat het de Cuisse Madame is, kijk maar eens op internet”.
Alras kwam ik uit….in Knoop! Oei, denk je dan, heb ik iets gemist? Hier is het plaatje uit Knoop, plus de tekst.
![]()
Inderdaad, de beschrijving van Knoop lijkt te kloppen. Maar het plaatje? Nee, “mijn “peer is minder duik en plat bij de kelk. Volgens Knoop is de Cuisse Madame nogal langwerpig. Dat is wel juist voor “mijn”gevonden peer, maar niet voor de peer die door Knoop afgebeeld is! Maar oude rotten in het pomologie-vak hadden mij al gewaarschuwd: plaatjes uit Knoop en zijn tijd zijn niet altijd even goed bruikbaar voor determinatie! Maar hier lijken toch tekst en plaatje bij Knoop wel op erg gespannen voet te staan. Ik neem mezelf niet kwalijk dat ik in de door Knoop als Cuisse Madame afgebeelde prent geen Cuisse Madame heb herkend. Bij mijn speurtocht door Knoop zou ik de peer eerder Epargne genoemd hebben. .
![]() Epargne uit Knoop De kleur is te rood, maar verder komt het plaatje aardig in de buurt.
B) Van Noort : Pomologia Batava (1830)Ook in het op één na jongste Nederlandse fruitrassenboekwerk staat de Cuisse Madame. Met een hoop synoniemen. BRUSSELSCHE PEER, POIRE MADAME, POIRE de NOTRE DAME, MADAME de FRANCE, BEURÉ d'AOUT, MOUILLE BOUCHE d'ÉTÉ.
Tja, deze beschrijving klopt behoorlijk. Dat geschreven wordt dat de peer pas in de loop van de maand augustus op orde komt, kon toen kloppen. Het laat zien dat anno 2007 het fruit een maand eerder rijp is dan in 1830! Pomologie als thermometer voor de klimaatontwikkeling!
C) Berghuis: DE NEDERLANDSCHE BOOMGAARD (1868)Ook in dit boekwerk komt de Cuisse Madame aan bod. Allereerst de prent uit dat boek.
De vorm klopt op zich, maar de kleur is te rood en de peer oogt klein. De tekst uit Berghuis spoort daarentegen helemaal. Hier volgt deze tekst integraal.
SERRURIER geeft nog het synoniem Frauenbirne op, echter ten onrechte, daar
hiermee de Poire Madame wordt bedoeld. De verwarring, die in het buitenland
heerscht ten opzichte van deze soort en onze Poire Madame, noopte ons de echte
soort te doen afbeelden, om zoo mogelijk een einde aan die verwarring te maken.
Tja, dan begrijp je meer: er heerst al rond 1850 verwarring wat nou precies de Cuisse Madame is! Vandaar dat je de oude boeken ten aanzien van dit ras met voorzichtigheid dient te benaderen. Een peer met zoveel internationale namen als de Cuisse Madame moet ongetwijfeld mutanten en verbeterde selecties hebben gehad.
D) W Lauche: Deutsche Pomologie (1882)Ook onze Duitse pomologie-vrienden hebben de Cuisse Madame ooit afgebeeld. En deze komt goed overeen met de gevonden peren.De peer heet in Duitsland Sparbirn. Met eind juli als pluktijd..
![]()
Literatur und Synonyme:
Gestalt: bauchig-kegelförmige, etwa 50 mm breite, 80 mm hohe Frucht; der Bauch sitzt nach dem Kelche zu, um den die Frucht sich eiförmig abrundet; nach dem Stiele macht sie schlanke Einbiegungen und endet mit schöner, kegelförmiger Spitze. Kelch: halbgeschlossen; Blättchen kurz, spitz; Kelcheinsenkung flach, zuweilen von schwachen Falten umgeben. Stiel: lang, nach der Birne zu oft etwas fleischig, bräunlichgrün, obenauf, wie eingesteckt, mitunter auch ohne Absatz in die Frucht übergehend. Schale: glatt, etwas geschmeidig, hellgrün, später citronengelb, auf der Sonnenseite schwach trüb geröthet; rostfarbige Punkte und Flecken häufig, namentlich um den Kelch und den Stiel. Fleisch: mattweiss, saftreich, butterhaft, von sehr süssem, muskatellerartigem Geschmack. Kernhaus: schwach hohlachsig; Fächer klein, lang zugespitzte, schwarzbraune Samen enthaltend; mitunter sind dieselben taub. Reifzeit und Nutzung: Ende Juli, Anfang August. Vorzügliche Tafel- und Marktfrucht. Eigenschaften des Baumes: derselbe wächst stark, bildet gute pyramide mit abstehenden, hängenden Zweigen, trägt reichlich, und verlangt guten nicht zu trockenen Boden und warme Lagen. Sommerzweige schlank, grünlich, auf der Sonnenseite braun-roth, stark punktirt; Blüthenknospen gross, dick, kegelförmig, stumpf, etwas wollig; Blätter rundlich, breit elliptisch, unterseits schwach wollig, am Rande mehr oder weniger gesägt, oft auch ganzrandig, dunkelgrün, glänzend, lang gestielt. Hier zien we iets merkwaardigs. De Duitse pomologen stellen dat de Cuisse Madame identiek is aan …..d’ Épargne of Epargne . Maar d’ Épargne is bij Knoop een apart ras, afgebeeld naast de Cuisse Madame….. En al terugkijkend, ontdek je dat al Berghuis in 1868 de Cuisse Madame gelijk stelde aan de Epargne! Er zijn echt nog steeds verrassingen mogelijk in de wondere wereld van de oude fruitrassen.
E) Enkele buitenlandse Internetafbeeldingen van de Cuisse Madame
![]() Bron: www.ars-grin.gov/npgs/images/cor/pyrus/coxe1817/11.Cuisse.Madame.Coxe1817.jpg
Bron: www.mobot.org/mobot/osgl/page.asp?relation=Duhamel13b&identifier=0375
Deze afbeelding komt uit: Henri-Louis Duhamel du Monceau: Traité des Arbres Fruitiers Tome II. Dit boek dateert van rond 1750. Dat is net nog iets eerder dan onze Knoop zijn Pomologia schreef. Deze hier afgebeelde plaat is beslist niet de Cuisse Madame van Knoop, die we eerder zagen.
![]() Bron: http://www.illustratedgarden.org/mobot/rarebooks/page.asp?relation=QK313J2 71828T1&identifier=0043 Epargne
Pear variety: Epargne (France, 1629)
Image - USDA Pomological Watercolor Collection Synonyms: Beau Present, Beau Present Espargne, Belle Verge, Beurre de Paris, Certeau Madam, Chandelle, Chopine, Cuilette, Cuisse Madame, English Jargonelle, Epargne, Espargne, Frauenschenkel, Gargonelle, Grosse Cuisse Madame, Grosse Quisse Madame, Jargonelle, Jargonelle de Knoop, Jargonelle (of the English), Lady's Thigh, Lauren's Summer, Long Island Summer, Poire de Tables de Princes, Real Jargonelle, Reserve Pear, Saint Lambert, Saint Sampson, Saint Sanson, Sicile, Sparbirne, Sweet Summer
[Source: USDA, ARS, National Genetic Resources Program. Germplasm Resources Information Network - (GRIN). [Online Database] National Germplasm Resources Laboratory, Beltsville, Maryland. Available: www.ars-grin.gov/cgi-bin/npgs/html/search.pl?PI+279334 (09 December 2006)] Bron: Medieval Cookery Deze buitenlandse bronnen laten geen ruimte voor twijfel: de in het eerste deel van dit artikel gefotografeerde peer is de Cuisse Madame, ofwel de Brusselsche Peer. En, (dank u meneer Berghuis voor uw synoniem van bijna 2 eeuwen geleden) op zijn Brabants: Lange Lijsje!.
SlotconclusieDe met gierende banden gevonden peer is de Cuisse Madame. Maar wel met de aantekening dat het niet de Cuisse Madame is die Knoop tekent, maar in essentie wel de peer die hij beschrijft. Qua afbeelding is het de peer Epargne die Knoop afbeeldt als onderscheidene variëteit náást de Cuisse Madame.Latere en internationale pomologen stellen de Cuisse Madame gelijk aan de Epargne. Op basis van dit alles lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat Knoop ergens iets verward heeft. Dit klinkt eigenwijs van een snotneus-pomoloog bijna 250 jaar na Knoop. Maar in de Cuisse Madame zoals Knoop die afbeeldt is het erg moeilijk een Cuisse Madame te herkennen. In zijn precies ernaast afgebeelde Epargne herkent men wel de Cuisse Madame, echter in de beschrijving van dat ras weer niet. Ach, in de pomologie kun je nooit 100% zekerheid geven. Dat gold ook al voor de wijze oude heer Knoop. Ik stel eigenlijk voor, maar wie ben ik, om de peer voortaan Lange Lijsje te noemen. De enige echte Nederlandse naam, afgaand op onze oude pomoloog Hollandse Berghuis, voor deze peer. De Belgen mogen hem Brusselsche Peer noemen, wij Hollanders hebben nu onze Lange Lijsje! Noot: Berghuis noemde de peer Epargne, Poire Madame, met verder als bijnaam Cuisse Madame (grosse?) en Lange Lijsje. Zie in dit verband: onder Epargne. |
|||
![]() Aan
de inhoud van deze pagina kunnen geen rechten worden ontleend ©2001- POMologische Vereniging Noord-Holland ![]() |