Een nieuw leven voor een bijna verdwenen stoofpeerDoor: Theo Vedder m.m.v. Wim van Pelt (foto’s) en Bas van AndelWat is dat, zult u zich afvragen. Nou, de Zoutewelle is een oud ras stoofpeer dat oorspronkelijk in de tweede helft van de 19e eeuw door Jan Zoutewelle te Zwijndrecht is opgekweekt en ook zijn naam draagt. In deze omgeving wordt deze stoofpeer nog steeds op zeer kleine schaal gekweekt door hoofdzakelijk liefhebbers. In de handel komt hij niet meer voor, maar in de horeca, verzorgingshuizen en bij feestelijke gelegenheden in de familiekring is hij erg gezien. Dit omdat deze stoofpeer heel mooi rood kookt zonder toevoegingen en zij de Gieser Wildeman achter zich laat qua smaak. In de teelt is het geen gemakkelijke vrucht: de bomen zijn smal en recht opgaand, terwijl de vruchten dicht bij elkaar in de boom hangen. De vruchten zijn ongeveer even klein zijn als de Gieser W. en dus moeilijk te plukken. Voorts heeft dit ras sterk last van beurtjaren. Dat betekent dat de bomen het ene jaar goed vrucht leveren en het jaar daarop vrijwel niets. De bovenstaande feiten moeten de redenen zijn dat deze stoofpeer nooit in grote hoeveelheden op de markt is gekomen en nu met uitsterven wordt bedreigd. Dit laatste ook al doordat veel oudere bedrijven, welke deze bomen op hun erf hebben staan, plaats moeten maken voor bedrijventerreinen of woningbouwlocaties. Door mijn lidmaatschap van de Noordelijke Pomologische Vereniging ben ik in contact gekomen met dhr. Wim van Pelt uit Zwijndrecht, die bij de vereniging hulp zocht om dit ras in stand te houden. Daar ik bij deze vereniging al wat kennis heb opgedaan in het vermeerderen van vruchtbomen dacht ik “Oh die zal ik wel even enten op een mooi peren- onderstammetje”. Helaas, daar hebben we het volgende probleem: dit ras krijgt na een paar jaar last van afstotingsverschijnselen en kwijnt dan weg. Dus enten gaat niet. Volgende mogelijkheid: oculeren door middel van chip-budding, dit is het snijden van een vlakje op een tak of stam van een jonge (peren)boom, in dit geval Beurré Hardy. Op die jonge boom plaatsen we een oogje van de Zoutewelle, met bast en even groot als het vlakje. Voor deze zeer specialistische methode ben ik afgereisd naar Ottoland, waar vruchtboomkwekerij Jungheim gevestigd is. Deze kweker vond het een leuk idee. Hij beloofde mij na het weekend de oogjes van een door mij overhandigd takje te zullen overzetten op de Beurré Hardy. Het resultaat laat echter nog een tijdje op zich wachten. De oorspronkelijke manier van vermeerdering van de Zoutewelle is het winnen van wortelopslag, vergelijkbaar met geworteld stek. De wortelopslag wordt onder de bomen uitgegraven en elders uitgezet om de kleine nakomelingetjes te laten opgroeien tot vruchtboom. Op een mooie zaterdagochtend in oktober 2005 zijn Wim van Pelt, ondergetekende en nog enkele andere enthousiastelingen er op uit getrokken in de Zwijndrechtse Waard om te kijken of er onder de bomen op verschillende locaties wortelopslag te vinden zou zijn. Dit was er ook, echter zeer matig, ook al door het gemotoriseerde maaien onder de bomen als daar begroeiing staat: dag wortelopslag!! Een tweede rondgang in november gaf meer succes: meer dan twintig jonge scheuten hebben we toen kunnen uitgraven. Die staan op mijn tuin en op een vrije volkstuin aan de kopse kant van een kas. Zoals ze er nu uitzien heb ik goede hoop dat de Zoutwelle aan een tweede leven kan beginnen en dat onze nieuwe bomen gevormd kunnen worden tot fraaie leibomen of een mooi plaatsje kunnen krijgen in een van mijn fruithagen. |
|||
Aan
de inhoud van deze pagina kunnen geen rechten worden ontleend ©2001- POMologische Vereniging Noord-Holland |