In een circa 100 jaar oude boomgaard zag ik deze boom. Met een heel erg opvallend bladerdek. Heel veel heel kleine blaadjes met een opvallende kleur.

Volgens de eigenaar noemde zijn voorgeslacht deze perenbopom de Fles(sen)peer.

Van deze peer heb ik nog nooit gehoord. De naam is, zo ver ging de herinnering van de eigenaar nog wel terug, terug te voeren op de langwerpige, buikflesachtige vorm van het peertje dat er aan komt.

Onwillekeurig denk je dan aan de Calebasse de Tirlemont.

Er hingen dit jaar geen vruchten aan. Normaliter herken je aan de vruchten de boom, maar hier zou je bijna denken: aan het typische blad herken je de boom.

Is er iemand die een gok durft te wagen?

Foto's: Bas van Andel

In de rubriek "oproep, vraag en aanbod"(OVA) op deze site stond ooit de vraag of iemand de officiële naam wist van een stoofpeer genaand "Flessenpeer". In dat jaar hingen er geen aan de boom, nu pas, dit jaar, kwamen er vruchten voor het oog van de camera.

Tja, maar welk ras dan? Ik ben geneigd er een naam achteruit de perenreeks uit het boek van Knoop aan toe te kennen. Maar ik vind het voor de verandering te link die naam nu aan het Internet prijs te geven.

Wie gemotiveerd een antwoord weet, hij of zij maile de redactie. Nog twee tips van de sluier: de stoofpeertjes zijn best sappig, hebben een aparte smaak en zijn ietsje korrelig, als je ze zò uit de hand eet. Ze zijn niet aanbevelenswaard voor consumptie uit de hand.

Foto's: Bas van Andel