Toen viel op dat de enige, een wat kleinere vermeende Peterselieappel opvallende gelijkenis vertoonde met de enkele maten kleinere Dirkappels.Nou kan natuurlijk bij het inpak- en opruimwerk een en ander misgegaan zijn, maar het lijkt erop dat wat ik voor Peterselieappel hield in feite Dirkappels zijn. Een streekras uit riviererenland, alleen op deze site beschreven.

De boom waarvan ik de vermeende Peterselieappels plukte was relatief jong en er hingen niet echt veel appels aan. De Dirkappels die ik tot dusverre bij één nog bestaande boom had gevonden waren vrij klein. Geen wonder, met een afgeleefde boom met veel appels eraan. Inmiddels heb ik een andere oude Dirkappel gevonden, met nog een enkele tak aan de afgebroken kruin, en ook die vruchten waren groter dan de (rijpe) Dirkappels die eerder op deze site beschreven werden.

Doordat Dirkappels bij mij slechts bekend waren als kleine, rijpe (en dus gele) appels, is bij gevonden grotere groene appels nooit de associatie gelegd met de Dirkappel. Ik ben vermoedelijk gefopt door eenzijdige voorkennis. Maar ja, als je de Dirkappel slechts kent vanuit de overlevering én van één afgeleefde boom, kun je de mist ingaan.

Maar goed. Mijn huiswerk voor volgend jaar is duidelijk. En alweer is er een les geleerd: je kunt pas echt goed vergelijken als je van een jonge boom de vruchten bekijkt. Oude, afgeleefde bomen leveren kleinere vruchten met soms minder uitgesproken kenmerken.