Of de twee “perenwoorden” uit de titel de Dikke van Dale zullen halen is nog maar de vraag, maar de woorden bestaan inmiddels wel. Althans in de Haagse wijk Ypenburg. In de Goudvinklaan, om nog exacter te zijn. De gemeente dacht ooit milieubewust bezig te zijn door wilde perenbomen neer te zetten. Goed bedoeld, maar dom om die bomen neer te zetten bij parkeerplaatsen en op trottoirs. Want perenbomen gaan op een gegeven moment vrucht dragen. Veel; vrucht dragen. En de bewoners kunnen ze noch als handpeer, noch als stoofpeer benutten.

De bewoners klagen over glijden. Tja, moeten ze vooral uit hun doppen kijken, denk je dan. En ze klagen over deuken en vlekken op hun Heilige Koe. Die vlekken komen doordat de wilde peren blijkbaar een zuur bevatten dat lekker aan de lak vreet.

De bewoners hebben zich verenigd in een anti-perencomité. De gemeente zit met de niet te bakken peren in haar maag.

Tja, wat te doen? Wellicht is de oplossing dat de perenbomen verplant worden. Een plantsoen, daar kunnen ze geen kwaad doen. En de klagende bewoners? Doe die ook maar geen lindes, want die lekken honingdauw. En ook geen populieren of andere bladbomen, want die geven zo veel bladoverlast in de herfst. Geef ze maar coniferen. Maar die zullen ze wel vinden ruiken. Wat dan wel? Ik zou het niet weten......misschien een wijkreferendum daar in Ypenburg over de gewenste beplanting op basis van voorstellen via een wedstrijd van hobbytuiniers?

Verder lezen:

• denhaagfm

• Omroep West