Het Eijsdener en Gronsvelder Klumpke  


Inleiding

Vraag een Hollander twee Limburgse appelrassen te noemen, en er is een kleine kans dat u het Gronsvelder of Eijsdener Klumpke ten antwoord krijgt. Een voor de hand liggender ras –de Sterappel- zal zo maar niet genoemd worden omdat velen denken dat dat gewoon een “bovenderiviers” ras is. De meeste Hollanders zullen vermoedelijk het antwoord helemaal schuldig blijven; waarschijnlijk net als vele Limburgers. Tijd dus om deze twee Limburgse rassen es in het zoeklicht te zetten.

Waarom heten de appels “Klumpke”?

Het naamsdeel ”Klumpke”danken de appelrassen aan het typische bobbeltje ( =klompje) dat zit daar waar de steel de vrucht “induikt”.

Wat is de oorsprong van de rassen?

De oorsprong is onbekend. Waarschijnlijk komt het Eijsdener Klumpke uit Duitsland. Rond 1840 kwam dit ras “ineens”voor in de buurt van Eijsden. Daar ontving het daar dus zijn naam. De mutant werd gevonden langs de weg de “Daor” in het dal van Gronsveld naar Cadier en Keer. Dat de appels uit Frankrijk of Wallonië stammen is niet aannemelijk. Er zijn Franse namen voor de appels: Sabot d’ Éijsden (of Sabot de Gronsveld) en Posson rouge de Hollande. Verwijzen naar Eijsden of Holland als de appels in Wallonië of Frankrijk hun wortels zouden hebben zijn is ondenkbaar.

Wat hebben Gronsvelder en Eijsdener Klumpke met elkaar te maken?

Het antwoord op de vraag wat de twee rassen met elkaar te maken hebben is snel te geven. Het Gronsvelder Klumpke is een mutant van het Eijsdener Klumpke. Ze smaken ongeveer hetzelfde, een beetje zuur, sappig, met typische smaak, maar het onderscheid zit hem in de kleur. Het Gronsvelder Klumpke is een dieprood appeltje, een klein beetje gestreept, het Eijsdener Klumpke heeft gewoon een groene kleur met een rood streepje.

Wat is kenmerkend voor de boom?

Het Klumpke werd tot de jaren 60 als hoogstamboom geteeld. Hij vormt stevige, hangende takken. Hij lijkt dan een beetje op een treurwilg. Door de stevige, hangende takken konden zwaarbeladen takken er af scheuren. Daarom werden de takken wel gestut. Dat was des te meer nodig omdat vooral het Eijsdener Klumpke voorkwam op de betere gronden. Die waren tevens als weiland in gebruik. Koeien houden van boomtakken, dus om de koeien niet al te rigoureus onderhoud te laten plegen was het nodig dat de takken niet helemaal dicht bij de grond kwamen.

Waarom zijn de Klumpkes ondanks hun kwaliteiten van de markt verdwenen?

De vruchten hadden een paar mooie kernkwaliteiten. Ze waren heel lang houdbaar, tot in februari, en in de professionele koeling nog langer. De smaak werd goed gewaardeerd, ook van gedroogde Klumpkes. De opbrengst was goed, de hoogstammen hadden betrekkelijk weinig last van beurtjaren, en de bomen stonden bekend als gezonde bomen.

Maar toch verdwenen ze van de markt.

Een reden is dat de Klumpkes – vanwege de treurwilgachtige takkengroei- vooral aan hoogstammen groeiden. Sinds de jaren 60 is de pluk van hoogstammen te duur. Bovendien vielen diverse boomgaarden ten prooi aan dorpsuitbreidingen. Maar waarschijnlijk is doorslaggevend dat de handel de Klumpkes als matige handappels beoordeelde. Uiteraard had het gewoon groene Eijsdener Klumpke daar meer last van dat zijn mooier uitziende rode Gronsvelder broertje.

Gronsvelder Klumpke

Eijsdener Klumpke

Verder lezen o.a.: Uit Eijsdens verleden september 2005



Aan de inhoud van deze pagina kunnen geen rechten worden ontleend
©2001- POMologische Vereniging Noord-Holland