De Haantjespeer:
Westfriese peer de tand des tijds
tóch doorstaan op de Brabantse klei?
 


In de eerdere bijdrage over de Haantjespeer (synoniem: de Westfries) werd de verwachting uitgesproken dat de dames en heren pomologen binnenkort zouden kunnen vaststellen dat de in het Brabantse rivierengebied zo genoemde peer niet de Haantjespeer uit Noord-Holland zou zijn. Deze gedachte was gestoeld op de constatering dat de door de oude wijze boer-eigenaar gegeven rijptijd niet overeenstemde met de bij pomologen circulerende rijptijd.

Inmiddels is er nieuwe informatie, waaruit zou kunnen blijken dat de rivierenlandse Haantjespeer wel degelijk dezelfde peer is die in de rassenlijst van de Pomologische Vereniging Noord-Holland staat.

De feiten.

Het blijkt dat de Haantjespeer in Noord-Holland nog niet teruggevonden is. De peer wordt daarom ook wel eens de “mysterieuze”peer genoemd. Een aanvankelijk zo aangeduide peer bleek bij nader inzien een Janbaas te zijn. Het enige wat over de Haantjespeer op schrift bekend is, is dat hij op een heel oude assortimentslijst van een Noordhollandse kweker stond, onder vermelding dat hij in juli al rijp zou zijn. Deze frase gaf een pomoloog eind juli reden mij te vragen vlot te zijn met het toezenden van de Haantjespeer, aangezien hij anders – gelijk de Janbaas- melig en rot zou zijn.

Mijn oude wijze boer, eigenaar van een oude, door hem “Haantjespeer” genoemde perenboom gaf aan dat de peer pas september/oktober rijp zou zijn. Aangezien hij diverse andere oude rassen feilloos juist benoemde, namen en nemen we zijn woorden voor waar aan.

Nieuwe feiten

Op mijn tocht langs bejaardenoorden en bejaardenwoningen had ik terloops de term “Haantjespeer”horen vallen, zonder daar toen verder aandacht aan te besteden. Geïntrigeerd door de vraag of er nou twee Haantjesperen zouden zijn, ben ik opnieuw mijn vriendelijke oude fruitdeskundigen langsgegaan. Ik had prijs bij Thomas van der Kolk, de voormalige fruitplukker bij de Branderhorsten die voor mij ook al de Eethense Wijnappel had “geheridentificeerd”.

Thomas wist mij uit het geheugen het volgende te vertellen:

  • hij had ze indertijd geplukt;
  • het was een kolossale boom;
  • het waren sappige peren;
  • ze waren ná de Janbaas (18 juli) plukrijp, waarschijnlijk in augustus, waarschijnlijk zo'n beetje rond de Suikerperentijd;
  • ca 5 cm hoog;
  • vrij dik;
  • in ieder geval niet helemaal groen, enige kleuring, maar hij wist niet meer welke.

Met deze woorden sloeg Thomas een brug tussen de twee genoemde rijptijden. Ik legde Thomas’ bevindingen over de telefoon voor aan de oude wijze boer, de baas van de Haantjespeer. Hij vertelde dat hij de Haantjespeer zojuist, medio augustus, gestoofd had. Pas in september zijn het, zoals hij eerder vertelde, rijpe handperen. Aldus zou het ons bekende gat tussen rijptijden helemaal gedicht kunnen worden: mijn goede oude wijze boer sprak over de handpeerconsumptietijd (sept/okt). De oude Noord-Hollandse fruitbomenteler maakte in zijn assortimentslijst reclame voor de vroege plukbaarheid voor de stoof.

Aldus bezien kunnen beide heren de waarheid spreken, alleen hebben ze het over verschillende rijpheden: zoals gezegd plukrijp voor de stoof versus plukrijp voor de verse consumptie. . Mijn wijze oude boer had nog meer nieuws. De Haantjespeer zou ook nog ergens langs de openbare weg staan.

Nieuwe foto’s

Op de door de oude wijze boer aangeduide plek langs de openbare weg plukte ik enkele peren. Ook fotografeerde ik enkele bomen. Ik presenteer deze foto’s zonder commentaar.

Foto’s: Bas van Andel

Hoe verder?

Het heeft weinig zin Thomas van der Kolk, streekgenoot van de oude wijze boer, nogmaals om identificatie van de door die oude, wijze boer als Haantjesperen genoemde peren te vragen. Zijn beschrijving spoort bovendien met de foto’s. Niettemin, binnenkort zal ik alleen al voor de goede koffie bij Thomas van der Kolk de peer voorleggen.

Op 16 september 2006 zal op de vroege Fruittentoonstelling van de Pomologische Vereniging Noord-Holland de Haantjespeer te bewonderen zijn. Het lijkt onderhand zo ver te zijn dat de Haantjespeer vanuit zijn Brabantse overlevingsgebied terug zal keren naar Westfriesland, de streek waarnaar hij met zijn synoniem genoemd is.



Aan de inhoud van deze pagina kunnen geen rechten worden ontleend
©2001- POMologische Vereniging Noord-Holland