Dit zijn Bonkelenzen?!  


Ergens tussen Gorinchem en Utrecht, in het westelijk rivierengebied, daar kreeg ik de naam van een vroege stoofpeer aangereikt: Bonkelenzen. De goede man en zijn buren en voorgeslacht duiden een bepaald rasje vroege stoofperen zo aan.

Ik ken ze niet. In pomologenland zijn ze tot dusverre onbekend. Daar waar we van het Amazonegebied ieder wurmpje in kaart gebracht hebben, wordt het dan maar eens tijd dat we de Bonkelens op de kaart zetten. Het rasje redden, als het al een echt apart ras is, dat is al gebeurd. Er worden in een streek verderop Bonkelenzen uitgezet door een Agrarische Natuur Vereniging.

Mag ik jullie voorstellen....

Nu maar eerst de eerste foto ooit gemaakt va deze peer, althans onder de naam Bonkelenzen.

Het zijn maar twee exemplaren van de vrucht, die ik geplukt kon krijgen. Volgens mijn tipgever was ik juist op tijd, want de Bonkelenzen beginnen te vergelen en te vallen. In een afgesloten tuin, waar we niet bij kunnen.

Bonkelenzen vernederlandsing van een Franse rasnaam?

Sinds ik verrast werd door de mededeling dat Kerstwieken gewoon een foutieve vertaling is van Keswick Codlin, ben ik alert op dergelijke vertaal-grapjes. Ik hoor in Bonkelenzen "Bons de l' Ainze". Dat zou een Franse naam kunnen zijn met als vertaling "Lekkere peren van de l' Ainze". Ik heb deze vraag op een Franse pomologie-site uitgezet. Zonder resultaat.

Bonkelenzen regionale naam voor landelijk ras?

Het gebeurt wel dat landelijk bekende rassen een lokale naam krijgen. Zo heet de Légipont in allerlei plaatsen anders, van Leopoldspeer tot Burgemeesterspeer.

Is de Bonkelens ook zo'n geval? De peer is een augustus-stoofpeer, echte liefhebbers lusten hem ook als handpeer, wist mijn tipgever mij te melden. Zelf ervaar ik dat de gele peren nog keihard zijn. Het doet mij denken aan een ander rasje dat ik ooit tegenkwam dat de eigenaar "Kruidpeer" noemde. En waaraan een ervaren pomoloog voorzichtig de naam Tesselaar gaf.

De Tesselaar volgens De Greeff in 1905

Een foto van 2 peren anno 2008 vergelijken met een zwart-wit foto van één peer uit 1905 is natuurlijk erg lastig. Er zijn overeenkomsten: de gekromde steel, de inplanting daarvan. En zeker de vergroeide peer uit 2008 is vierkantig, zoals De Greeff beschrijft. Een verschil is dat De Greeeff de rijptijd in oktober/november legt, en de pluktijd stelt op half september. Ik ga ervan uit dat er half september geen Bonkelens meer aan de boom hangt. Zou klimaatverandering in combinatie met het feit dat De Greeeff het had over een Noordhollands rasje en "mijn" Bonkelens zuidelijker staat verklaren dat ie nu al van de boom valt? Overigens, De Greeff geeft aan dat de peren nogal vroeg van de boom vallen.

Opnieuw gooi ik dus een ras het Internet op met een "determinatie" (die niet compleet is uitgevoerd met proeven en het binnenste open snijden) die vragen oproept. Jullie weten het, ik besef dat ik zo een uitglijer kan maken omdat ik iets heel doms opschrijf. Het belang van een goede rasseninventarisatie, in alle openheid, weegt voor mij zwaarder dan dat ik het risico loop iets heel doms op te schrijven.

Ik leg dus aan mijn tipgever, aan de lezers én de ervaren rotten in het vak de vraag voor, of zij op basis van drie foto's van twee peren en de gegevens van mijn tipgever met mij van gedachten willen wisselen over de voorlopige ruwe determinatie, en welke vragen daarbij nog gesteld moeten worden.

Wordt vervolgd....



Aan de inhoud van deze pagina kunnen geen rechten worden ontleend
©2001- POMologische Vereniging Noord-Holland