Wijkersrassen  


Soms vind je heel kleinblijvende appelbomen. Volgens een oude fruitteler werden deze aangeplant als wijkersras tussen de nieuwe hoogstamfruitbomenaanplant. Wie weet hier meer van? Welke appelrassen leenden zich vroeger uitstekend als wijkersras, dwz als vroegdragend ras dat het goed deed op zeer zwakke onderstam?

Reacties via pomobas@wxs.nl

26 augustus 2010

Wijkers en blijvers

We kregen van Frits Doornenbal het volgende antwoord:

Als er in de tijd van de hoogstamboomgaarden een nieuwe boomgaard werd geplant, dan wist men best dat het wel een jaar of 8 kon duren voor die boomgaard geld begon op te leveren. Dat deed pijn, aan de portemonnee! Maar als ze de gang hadden, die hoogstammen, dan gingen ze door, dan bleven ze goed dragen. Bleven > blijvers.

Om toch al eerder weer wat inkomsten te hebben van het stuk land, werden er ook soorten geplant die na een paar jaar al begonnen te dragen. Het zelfde ras of andere rassen. Het voornaamste was dat deze bomen klein bleven, en eerder zouden dragen. Daar was een zwakke onderstam geschikt voor. En als de hoogstammen eindelijk zouden gaan dragen, dan zouden de rassen op zwakkere onderstam gerooid worden, dan moesten ze wijken > wijkers

Zo had men het systeem van wijkers en blijvers.

Bedankt Frits. De vraag blijft, welke rassen zich specifiek leenden voor wijker-inzet. Kan iemand het antwoord van Frits nog aanvullen?

20 januari 2013



Aan de inhoud van deze pagina kunnen geen rechten worden ontleend
©2001- POMologische Vereniging Noord-Holland