Limburg kersenland  


Geschiedenis van de Eijsdense kers ofwel de Basterddikke en de Abesse de Mouland

Limburg is kersenland bij uitstek. Hedelfinger is een bekend oud kersenras, barstgevoelig en daarom vaak vervangen door Schneiders Späte Knorpelkirsche. Beide rassen zijn in diverse kwekerijen ook boven de rivieren te koop.

Een ander, boven de rivieren minder bekend, maar wel typisch Limburgs ras is de Basterddikke of Eijsdense kers. We zullen dat ras eens bekijken, samen met de genetische ouder daarvan, de Abesse de Mouland.

De Abesse de Mouland

De Abesse de Mouland komt – op zijn Hollands gezegd- uit Moelingen bij Visé. Uit de Voerstreek dus. Het woord “Abesse”staat voor “abdis”. Een oorsprong in een kloostertuin in Waalstalig gebied in België is dus niet onaannemelijk. De kers was al in de 14e eeuw bekend. Hij werd ook IJskers genoemd. Hij werd namelijk wel in ijskelders bewaard tot verderop in het seizoen.

De Abesse de Mouland heette ook wel Langstaart in sommige Zuid-Limburgse streken. Deze naam hoeft weinig verdere verklaring: de vruchten hangen in groepjes van ongeveer 5 kersen aan nogal lange stelen.

De bomen konden honderden jaren oud en vele meters hoog worden. Zo hoog dat plukkers er zelfs met de hoogste ladders soms niet bij konden. Duizend kilo kersen per boom was haalbaar. En dan nog vielen nadien de voor de plukkers onbereikbare vruchten voor de armen naar beneden. Een typische gave van boven. De Abesse de Mouland had per sé vreemd stuifmeel nodig voor vruchtzetting. Een Gascogner of Bruine Waalsche bijvoorbeeld. Of een Blankette.

Van Abesse de Mouland naar Eijsdense kers of Basterddikke

De Abesse is de ouder, beter: is waarschijnlijk één van de twee ouders van de Basterddikke. De Basterddikke komt, gelet op de naam “Basterd” = “Bastaard” en de gelijkenis in ieder geval voort uit de Abesse de Mouland. Alleen wanneer de Basterd een (spontane) mutant is van de Abesse is er sprake van “de” ouder. De Basterddikke is dan verder vermeerderd via enten van een spontaan gemuteerde tak van de Abesse. Pas na 1908 verving de Eijsdense kers ofwel de Basterddikke de Abesse de Mouland.

De Basterddikke doet zijn naam eer aan: hij is eens zo dik als de Abesse de Mouland.

Nog wat feiten over de Basterddikke

De Basterddikke verscheen in 1908 voor het eerst op de veiling. Hij is lang een Limburgs exportproduct naar Engeland geweest. Vervoer ging in manden, via België. In Engeland gebruikte men de kers als natuurlijke kleurstof voor wol. Voor de experts onder u nog het volgende feit. Men weefde Harris Tweed met wol die men tevoren verfde met Limburgs kersennat. Ook werd er jam van de Basterddikke gemaakt. Soms werd er appelmoes aan toegevoegd door de prijsvechters onder de jamfabrikanten van toen.

Ook in het Brabantse kersendorp Uden werd de “Bastaard Dikke” ( tja, elke plek zijn kersennaam) geteeld. Ook dáár voor de export,

Op dit moment is de Basterddikke een gewilde hoogstamkers. De vruchten zijn prima geschikt om mee te bakken in pannenkoeken.

Slot

De Abesse de Mouland behoort in België tot de van overheidswege gepropageerde historische fruitrassen. In Nederland is zowel de Abesse de Mouland als de Basterddikke (of Bastaard Dikke) verkrijgbaar bij in ieder geval een gespecialiseerde vruchtboomkweker in het zuiden van Limburg.

Verder lezen:

  • “Limburgse Pomologie Anno 2000”;
  • “Uit Eijsdens verleden” sept. 2005


Aan de inhoud van deze pagina kunnen geen rechten worden ontleend
©2001- POMologische Vereniging Noord-Holland