In het Zuid-Limburgse dorp Eijsden is er een straat naar hem vernoemd. Jacques Lebel. Eén van de weinige “ontdekkers”van een appelras die een straatnaam naar zich vernoemd heeft gekregen. Het is niet zonder reden dat juist Eijsden Jacques Lebel met een straatnaam vereerde. Het ras Jacques Lebel werd vooral in Limburg en Zeeland geteeld. En waar nu de uitbreidingswijken van Eijsden staan, stonden vroeger hoogstamboomgaarden. Wie was Jacques Lebel? Jacques Lebel was een boomteler uit Amiens in Noord-Frankrijk. Hij kweekte rond 1825 uit een zaailing het appelras dat we hier bespreken. In Duitsland wordt de goede man ook wel Jacob Lebel genoemd. Hij was niet degene die zijn geesteskind (of toevalstreffer) in de handel bracht. Dat was in 1849 de boomkwekerij Leroy in Angers. De appel werd internationaal verspreid. In zuidelijk Nederland, in België, Frankrijk en vooral ook Duitsland teelde men Jacques Lebel. Jacques Lebel was niet de “vader”van de “Double des Vosges” ( “de dubbele Vogezer”). In de literatuur gebruikt men deze naam wel als synoniem voor dit ras. Volgens Franse bronnen is dat onjuist. Dit omdat de “Double des Vosges” géén neerhangende vorm heeft (takken heeft die naar beneden gaan buigen). Hoe ziet de Jacques Lebel er uit? In verschillende stadia oogt de Jacques Lebel nogal verschillend.
foto: www.jardindupicvert.com/4DACTION/W_1/--.pl_s_7124
Foto’s: www.forums9.ch/reportagen/apfelsorten/apfel1123.htm
bron: KESSLER H. / 006JacquesLebel POMOLOGIE ILLUSTREE - 1949.
De appels zijn middelgroot tot groot: circa 70-80 mm breed, 55-65 mm hoog, met nogal onderlinge verschillen. Hij weegt tegen de 2 ons. De appel is breedbolvormig, aan de steel- en kelkzijde afgeplat. Dus duidelijk breder dan hoog. De appel heeft een korte steel en een gladde schil, die al gauw wat vettig aanvoelt. De kleur is –zie foto’s- aanvankelijk wazig, fletsachtig groen met een rood, wat vlamachtig streepjespatroon, later geel met rode vlamachtige streepjes. Appels uit het schaduwrijke midden van de boom zijn minder tweekleurig. Vaak zitten er stipjes ( schildstippen) op de schil. Een wijde kelkholte en een grote kelk vallen op. Bij de steel is de appel bruin geschubd en roestachtig, het bruin heeft “uitstralingen” in de breedte naar de onderkant van de vrucht.
Eigenschappen van de appel De Jacques Lebel is consumptierijp in november-december/januari. Hij is weinig gevoelig voor schrompelen en bruine verkleuring tijdens de bewaring. De appel kan dan wel stip krijgen. Tamelijk fijne smaak, een beetje zurig, met een aangenaam, maar niet bijzonder sterk op de voorgrond dringend aroma. De Jacques Lebel heeft een fijne structuur met sappig, wit, tamelijk zacht vruchtvlees. Het is een vaste appel. De appel is een goede moesappel, hij wordt gedurende de bewaring steeds zoeter. Dat spaart u suiker! Men kan hem ook goed drogen. Vooral gedroogde appelringen van deze appel staan in Duitsland goed aangeschreven. Goed rijp is de vrucht prima uit de hand te eten. Men kan er ook pectine uithalen. En in de taart is de appel ook niet te versmaden. De kwaliteit van de appel als handappel wordt beter als men de appel langer laat rijpen aan de boom. Dit is niet zonder risico: de appels waaien gemakkelijk van de boom, ook al omdat de appels in trosjes hangen en elkaar soms bijna van de tak verdringen. De bloesem De boom bloeit middelvroeg met slechte kwaliteit stuifmeel. Het is een triploid ras. Onduidelijk is welke rassen de perfecte bevruchters zijn. Toch draagt in praktijk de boom goed. Wel is het zo dat vooral na een rijk draagjaar de bloesem erg vorstgevoelig is. Beurtjaren horen bij dit ras. Men kan dit enigszins temperen door bij uitbundige dracht te dunnen; dit is in ieder geval nodig om grote vruchten te krijgen. De boom
tekening: 1000pom.free.fr/jacqueslebel De Jacques Lebel-boom is een echte groeier. Hij wordt ( in Duitsland) wel als onderstam voor hoogstammen gebruikt. De boom vraagt weinig verzorging en kan dus rustig in een paardenwei staan ( mits de paarden er niet aan kunnen vreten! ). De boom krijgt door de nogal horizontaal groeiende gesteltakken gemakkelijk een brede kroon. Dit maakt dat de boom op onbeschutte plaatsen wel kwetsbaar is in geval van windvlagen. De takken hebben de neiging naar de grond te buigen. Dit komt omdat de boom al vrij jong draagt; het lichtere hout gaat dus uitbuigen. Kortom De Jacques Lebel levert als hoogstam een brede, platte, soms bijna schermvormige boom en neemt daardoor nogal wat ruimte in beslag. Maar wie die ruimte heeft om de boom te planten, mag zich, jaren na aanplant, uiteindelijk gelukkig prijzen. De uitstraling van de boom mag er zijn; de boom oogt klassiek-rustiek. Zijn bloesem en vruchten zijn mooi en zijn vruchten zijn voor praktisch elk doel bruikbaar. De boom is in ieder geval te vinden in de assortimentslijst van een grote boomkweker in het rivierengebied. Verder lezen:
|
|||
Aan
de inhoud van deze pagina kunnen geen rechten worden ontleend ©2001- POMologische Vereniging Noord-Holland |